Posts

Posts uit 2011 tonen

De logica van het onderwijzen

Afbeelding
Annemarie Mol is bijzonder hoogleraar politiek en filosofie in Twente. Al geruime tijd houdt zij zich bezig met het onderwerp ‘gezondheidszorg’. Zij ontdekte dat ‘zorgen’ een geheel eigen logica kent; een logica die haaks staat op die van beleidsmakers en bestuurders. Dat uit zich onder andere in het taalgebruik. Je hoort vaak de term ‘het product zorg'. Dit is afkomstig uit het beleidsjargon. In die logica is zorg een product dat gemaakt wordt, zoals gebruiksvoorwerpen gemaakt worden. Maar de eigen logica van de zorg zegt dat zorg niet gemaakt, maar geleverd wordt en dat is niet hetzelfde. Hetzelfde geldt voor onderwijs. Bij het onderwijs   zijn verschillende beroepen betrokken. En die hebben allen hun eigen logica. Dat is de bron van veel irritatie want de betrokken logische sets gaan uit van verschillende werkelijkheden. De werkelijkheid van de beleidsmaker is het bureau en die van de onderwijsgevende een klas met tussen de twintig en dertig leerlingen. Het managementjargon

Op weg naar morgen

Afbeelding
Coen Simon is een jonge filosoof (1972) met al een behoorlijke staat van dienst. Zijn meest recente boek draagt als titel: ‘En toen wisten we alles’. Hoofdmotief van het boek is de vraag: ‘Waarom zijn wij bang voor het ongewisse?’ Deze vraag intrigeert mij. In menig discussie waarin ik uitte strakke planning als een keurslijf te ervaren, werd mij te kennen gegeven dat zomaar wat doen, geen optie is. Dat is waar, maar het raakt de kern van het probleem niet. Die kern is namelijk niet dat je geen plannen moet maken, maar dat het resultaat onzeker is. Wat mij steeds meer tegen begon te staan in mijn werk was niet ‘goed nadenken over wat je gaat doen’, maar de eis dat dat tot een van   tevoren bepaald doel moest leiden. Onderwijsinput heeft in mijn optiek een open einde. Onderwijsresultaat is onvoorspelbaar omdat mensen onvoorspelbaar zijn. En deze jonge filosoof verwoordt mijn onderbuikgevoelens die vanaf begin jaren tachtig van de vorige eeuw bij mij post vatten op een geweldige manier

Wat is weten?

Afbeelding
Als groepsleraar middenbouw, ik bedoel, als meester van groep 5, is spelling een punt van aanhoudende zorg. Als ik het zou moeten formuleren in termen van de troonrede dan zou ik het als volgt doen: ‘spelling zal ons voortdurend een zorg zijn!’ Even serieus, kinderen beginnen in groep drie met klankzuivere woorden, zoals je het hoort, schrijf je het. Natuurlijk onzin, want je hoort geen letters en je schrijft geen klanken. Dit terzijde.   Maar als de klanken aan de l(tekens)etters gekoppeld zijn, komt het volgende probleem. Ik doel natuurlijk op niet klankzuivere woorden. Dat wil zeggen:   de klank die je hebt leren koppelen aan een teken, kan ook aan een ander teken gekoppeld worden en omgekeerd. M-aa-n – de middelste klank ‘aa’ kan óók door één ‘a’ gerepresenteerd worden in ma-nen. En die ene letter ‘a’ is aangeboden in het woordje ‘jas’ waar hij anders klinkt. Op dit fenomeen zijn diverse didactische hoogstandjes losgelaten.   Wat te denken van de ‘lange Japen’(nee, niet Fransen,

De digitale ezel

Afbeelding
In mijn boekenkast staat het kloeke werk: ’Lager onderwijs in de spiegel der geschiedenis’. Het bestrijkt de periode van 1801 tot 1976 en is, zo leert een rekensom, uitgegeven naar aanleiding van 175 jaar lager(basis)onderwijs. Bladerend in het boek stuitte ik op een een aandoenlijke afbeelding. Het bijschrift erbij luidt:              ‘Een schooltje voor jongens en meisjes. In de schoolbanken zitten de leerlingen             tegenover elkaar, terwijl rechts de meester een leerling behulpzaam is bij het            versnijden van zijn ganzeveren pen. Boven op de tafel staat een gestrafte leer-            ling te pronk met een bord om de hals waarop de ‘misdaad’ duidelijk leesbaar           gegriffeld staat: ‘kwaatdoener’. Meester had voorts een ongeluks (pech) vogel op de klep van zijn katheder. Als hij deze naar een leerling wierp moest deze hem terugbrengen, waarop meester de ‘plack ’ hanteerde. Maakte een kind teveel fouten, dan kreeg het een afbeelding van een ezel om de nek.

Total eclipse

Afbeelding
Het hoge woord is eruit: De diplomafraude bij ‘Landstede’ in 2010 is een incident. ‘Het is niet symptomatisch voor het MBO-onderwijs in Nederland’. Dit meldt Raymond Korse in de rubriek “Dossier Onderwijs” (Stentor 10 juni 2011) David Bruning, CNV-bestuurder onderwijs, denkt daar anders over. Hij is ervan overtuigd dat het ook bij andere ROC’s gebeurt. Hij ziet dan ook dat er structureel iets mis zit in het MBO. ‘Volgens Bruning zijn er twee dingen aan de hand in het MBO. De invoering van het competentiegericht onderwijs heeft in de praktijk tot problemen geleid. “Vroeger kreeg je les, een toets en dan had je een 6-. Dan wist je dat. Toen kwam het competentiegericht onderwijs, moest je laten zien wat je compertenties waren. Stages lopen, zelf dingen onderzoeken. In theorie is dat mooi maar het geeft problemen in de praktijk. Daarom wordt dat nu teruggedraaid. Het tweede is dat scholieren binnen vier jaar hun diploma moeten halen. Als het langer duurt, kost het de school geld. “Ik ben

Het had niet zo kunnen zijn, maar was het wel.

Afbeelding
De rook is nauwelijks opgetrokken rond de IN-Holland affaire, of een nieuw ‘schandaal’ dient zich aan: ‘Diplomafraude bij Landstede’, kopt dagblad ‘De Stentor’ op 4 juni jongstleden. De bijlage ‘Spectrum’ wijdt hier een uitgebreid artikel aan. Deze negatieve publicaties moeten hen die niet rechtstreeks bij het onderwijs betrokken zijn als niet te verklaren voorkomen. Zij hebben misschien weleens gespiekt tijdens een proefwerk, maar dat leraren en schooldirecties zich schuldig zouden maken aan oneerlijke praktijken wordt als schokkend ervaren. Juist de personen aan wie je je opgroeiende kind toevertrouwd blijken niet te vertrouwen. Ik keur malafide handelingen niet goed, maar wil toch enige nuances aanbrengen. Wat is er aan de hand? Aan twintig ICT studenten die in 2010 afstudeerden, is op ondeugdelijke gronden een diploma verstrekt. ‘De insptectie laat in zijn rapportage geen spaan heel van de werkwijze van Landstede . […] Officieel moesten ze in het kader van hun opleiding 400 uur

Koning Klant

Afbeelding
Tijdens opruimwerkzaamheden kwam ik het jaarverslag 2008 van mijn ex-werkgever tegen. Ik kon de verleiding niet weerstaan om er een blik in te werpen en mijn oog viel op de volgende passage: ‘Voor al onze medewerkers gelden vier kerncompetenties: klantgerichtheid, kwaliteitsgerichtheid, ontwikkelingsgerichtheid en samenwerken/collegialiteit’. Omdat ik nog wat boodschapjes had te doen, legde ik het blad weg. Tijdens mijn rondgang door de supermarkt herkauwde ik nog even bovengenoemde kerncompetenties en realiseerde mij dat de medewerkers van de winkel en leerkrachten een kerncomptetentie delen, namelijk ‘klantgerichtheid’. Dat inspireerde mij tot het volgende gefingeerde interview van ondergetekende en mevrouw Nieuwmeijer, voorzitter van de raad van bestuur van een stichting die 28 basisscholen beheert. Vraag: Mevrouw Nieuwmeijer, in het jaarverslag van de stichting staat dat u ‘klantgerichtheid’ hoog in het vaandel heeft. Kunt u zich daarin vinden? Antwoord:   Inderdaad, wij verwach

Onderwijs; product of proces

Afbeelding
Evelien Tonkens heeft een essay geschreven getiteld: ‘Marktwerking in de zorg; duur, bureaucratisch en demotiverend’. Het essy is opgenomen in de bundel ‘De tien plagen van de staat’ onder redactie van Frank Ankersmit en Leo Klinkers. De ondertitel luidt: ‘De bedrijfsmatige overheid gewogen’. Hoewel Tonkens expliciet over ‘(gezondheids)zorg’ schrijft, geldt wat zij beweert m.i. ook voor het onderwijs. Kern van haar betoog is dat marktwerking en zorg niet samengaan. Op dit aambeeld is al veel gehamerd. ‘Zorg bieden’ is van een geheel andere aard als ‘dingen maken’. Dit inzicht zie je recentelijk veelvuldig opduiken als reactie op de rigide benadering van de dienstensector. Tonkens verwijst naar het werk van Annemarie Mol, politiek filosofe die veel aandacht aan' zorg' heeft bestdeed. In gesprekken met leerkrachten hoor je iedere keer hetzelfde refrein: ‘Wij worden gek van alle bureaucratie en rompslomp. Wij moeten protocollen uitvoeren, toetsen afnemen en evalueren, handelings-

Achterhaald

Afbeelding
Een hoge deelname aan voorschoolse voorzieningen maar zorgen over de kwaliteit, vormde de aanleding tot een voorstel om het basisonderwijs uit te breiden met een ‘pedagogisch aanbod voor alle driejarigen, gekoppeld aan een herziening van de kleuterperiode’. Het voorstel ‘Naar een nieuwe kleuterperiode in de basisschool’ uit de koker van de Onderwijsraad verscheen op 26 mei 2010. Een korte samenvatting van het plan: De raad wil kleuters pedagogisch hoogwaardig onderwijs aanbieden. Zij stelde voor alle driejarigen vijf ochtenden te laten spelen én leren in een pedagogisch rijke omgeving. Dit, onder de verantwoordelijkheid van de basisschool. ‘Schooljournaal’ het magazine van CNV-onderwijs besteedt hier in nummer 9 van 14 mei 2011 aandacht aan.             Het voorstel is namelijk niet goed ontvangen getuige het volgende citaat: ‘De keuze voor een aanbod van vijf ochtenden maakt het mogelijk dat kinderen ’s middags thuis of op de naschoolse opvang kunnen slapen. Op lange termijn is uit

Pedakoestiek

Afbeelding
'Schoolplein is geen stiltecentrum' , zo kopt dagblad ‘De Stentor' op woensdag 11 mei 2011. Mayke Calis, auteur van het artikel opent met onderstaande vraag: ‘Omwonenden storen zich steeds vaker aan schreeuwende kinderen op schoolpleinen. Tot rechtszaken aan toe. Zegt dit iets over onze afnemende tolerantie of wordt er gewoon niet meer opgevoed? Ik vermeld het begin van het artikel: ‘Schooldirecteur Dick van der Aa zucht een keer diep: “Ik kan van mijn schoolplein echt geen stiltecentrum maken”. Het naastgelegen bejaardencentrum heeft geklaagd over de geluidsoverlast die de spelende kinderen veroorzaken. Het spande deze week een rechtszaak aan tegen de deelgemeente IJsselmonde (Rotterdam), waar de baisschool onder valt’. Ik voel met Dick mee.   Wat mij opvalt is, dat het bejaardencntrum heeft geklaagd over de geluidsoverlast die de spelende kinderen veroorzaken. Hier klopt mijns inziens iets niet. De spelende kinderen veroorzaken – of liever – maken geluid. Zij brengen,

De alternatieve steen

Afbeelding
‘Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde Het water gaat er anders dan voorheen De stroom van een rivier hou je niet tegen Het water vindt er steeds een weg omheen Misschien eens, gevuld door sneeuw en regen Neemt de rivier mijn kiezel met zich mee Om hem dan glad en rond gesleten Te laten rusten in de luwte van de zee Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde Nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten Ik leverde bewijs van mijn bestaan Omdat door het verleggen van die ene steen De stroom nooit meer dezelfde weg zal gaan Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde Nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten Ik leverde bewijs van mijn bestaan Omdat door het verleggen van die ene steen Het water nooit dezelfde weg zal gaan...’                                                                                             Bram Vermeulen Deze tekst van Bram Vermeulen, spreekt mij enorm aan. Ik zie het als een metafoor voor veel menselijk handelen, dus ook opvoeden en onderw