Posts

Sprookje

  Er was eens een machtig heerser die woonde in een enorm wit huis. Dat huis was het episch centrum van het rijk waarover hij de scepter zwaaide. Dat deed hij niet alleen, nee, hij werd omringd door een groot aantal paladijnen, die hij zorgvuldig had geselecteerd op grond van gedienstigheid. Dat luisterde nauw, wisten de paladijnen, want wie ook maar even blijk gaf van een kritische houding jegens het beleid van de heerser kon de koffers pakken en werd vervangen door een loyaler iemand, zodat na verloop van tijd de heerser geen kwaad meer kin doen, want elke dwaze inval van hem werd door de paladijnen met bewondering beaamd.   Vele inwoners van het rijk konden zijn bloed wel drinken. En in het rijk kon en mocht je zeggen wat je maar wilde - want het   rijk profileerde zich als een oase van vrijheid- zolang je maar op ruime afstand van het centrum van de macht bleef. Nu had de heerser, volgens hemzelf, een sportieve inslag. Dat uitte hij door zijn voorliefde voor boogschieten. Elke wo

Waarheid en werkelijkheid 1

Waarheid en werkelijkheid, hoe om te gaan met nepnieuws: zoek de zwarte zwaan en koester hem als je hem vindt. Zijn waarheid en werkelijkheid synoniemen? Zo op het eerste gezicht lijkt dit het geval te zijn. Wat waar is, behoort tot de werkelijkheid, vice versa. Maar hoe kom ik er nu achter dat wat ik waar vind ook werkelijk waar is. Je voelt het al aankomen, hier zit een nest adders onder het gras. Niet de eersten de besten hebben zich over deze vraag gebogen. Hannah Arendt heeft een van haar laatste werken aan dit onderwerp gewijd onder de titel “Oordelen” in de betekenis van ‘onderscheiden van feit en mening’. En Karl Popper wijdde een serie essays aan het onderwerp ‘hoe komen wij aan nieuwe kennis?’ Zijn voornaamste punt was dat ware kennis falsificeerbaar moet zijn. Wie meent, zo stelt hij, dat een wetenschapper, nadat hij een hypothese heeft geformuleerd, op zoek moet gaan naar alles wat de hypothese ondersteunt, vergist zich schromelijk. Hij moet juist op jacht naar dat wat de

Waarheid en werkelijkheid 2

DE HERSENEN VAN VROUWEN  ‘ Bij alle vergelijkingen die hij van groepen maakte heeft Broca de meeste informatie verzameld over de hersenen van vrouwen, in ieder geval meer dan van mannen. Men neemt namelijk aan dat die gemakkelijker verkrijgbaar was. Broca had niets tegen vrouwen’. [Dit is een interessante opmerking; vaak komt achter de opmerking ik heb niets tegen: ‘ ..., maar …’ ] ’Minderwaardige’  groepen zijn in de algemene theorie van het biologisch determinisme onderling verwisselbaar. Ze worden voortdurend naast elkaar geplaatst en elke kan de plaats innemen van elk van de andere. Men gaat er immers in het algemeen vanuit dat de samenleving de natuur volgt en dat de sociale klassen een weerspiegeling zijn van aangeboren waarden. Zo schreef de Duitse antropoloog E. Huschke in 1854: ’Negerhersenen hebben een soort ruggenmerg dat bij kinderen en vrouwen wordt aangetroffen en lijken bovendien op het type hersenen dat bij de hoger ontwikkelde apen wordt aangetroffen’ (in Mall, 1909, p

Het kan altijd erger !

Michel Foucault (1926-1984) staat bekend als de filosoof die niet zozeer verschijnselen onderzocht, maar meer de context waarin ze zich voordoen. Hij vergeleek zijn werkwijze zelf met die van een archeoloog die een voorwerp opgraaft. Hoewel het voorwerp op zich best interessant is, vond Foucault, als we de vergelijking met de archeoloog even vasthouden, de vragen: wie gebruikten het voorwerp, hoe leefden zij, wat hielden zij voor belangrijk en hoe richtten zij hun samenleving in eigenlijk belangrijker. Heel die achtergrond noemde hij het ‘discours’, vergelijkbaar met het decor van een toneelstuk. De huidige coronacrisis, zo zou je kunnen zeggen, is bezig ons discours te veranderen. Onze bewindslieden benoemen dat als ‘De Nieuwe Werkelijkheid’. Wat vóór de crisis vanzelfsprekend was is dat niet meer, viceversa. ‘Geef die meneer eens een handje’, ‘Krijgt oma nog een kusje van je?’ In no-time waren we allemaal beanderhalvemeterd. Zijn hiervan in de historie   soortgelijke ontwikkelin

'GOUDEN EEUW'

Tom van der Molen, conservator van het Amsterdam Museum wil de term ‘Gouden Eeuw’ in de ban doen.  ‘Tom van der Molen, conservator en specialist zeventiende eeuw bij het Amsterdam Museum wist wel dat zijn besluit de tongen zou losmaken. “Discussie is heel goed, dat juich ik alleen maar toe.” Hij en zijn collega’s in het museum dachten lang na voordat ze de term Gouden Eeuw in de ban deden. “We vroegen ons steeds vaker af: waarom zit die ons nou in de weg?” Van der Molen vond een antwoord. De Gouden Eeuw is een soort jubelterm, concludeerde hij, die automatisch de schijnwerpers zet op begrippen als macht, rijkdom, grachten-panden, schilderkunst, zeehelden. “En niet op oorlog, slavernij armoede. Alsof dat destijds uitzonderingen waren. Dat is niet waar.” En dus maakte het museum donderdag (12 september 2019) bekend de term ‘Gouden Eeuw’ in de ban te doen, om de term te vervangen door het neutrale ‘zeventiende eeuw’.  ‘Gouden Eeuw’ is een metafoor voor een periode uit onze geschiedeni

VERDRAAID

Afbeelding
WOORD VOORAF In 2004 verscheen een opmerkelijk boek van de auteurs Jaap Peters en Judith Pauw, met als titel: ‘Intensieve Menshouderij’ (met als ondertitel: ‘Hoe kwaliteit oplost in rationaliteit ) Opmerkelijk, omdat het de staat van bestseller bereikte. Dat is op zich niet zo bijzonder, maar voor een nonfiction boek met als onderwerp ‘bedrijfsorganisatie’ niet alledaags en beslist niet zonder reden. Het heeft nogal wat stof doen opwaaien. In 2012 verscheen van de hand van Wouter Hart, in samenwerking met Marius Buiting, het boek: ‘ Verdraaide Organisaties ’ (met als ondertitel: ‘ Terug naar de bedoeling’ ). In het woord ‘verdraaide’ is de ‘d’ gespiegeld afgebeeld. Beiden boeken en recente geschiedenis vormen mijn uitgangspunt voor hetgeen volgt. INLEIDING Toen in 1979 Margaret Thatcher de verkeizingen in Engeland won en Labour het onderspit dolf, brak er in de UK een nieuwe tijd aan. Met grote voortvarendheid pakte haar regering de privatiser