Scholieren scoren.


Er zijn van die korte krantenberichtjes die bedoeld zijn om de lezer betrouwbare informtie te verschaffen, maar waar bij nader inzien de betrouwbaarheid ver te zoeken is. Vaak gaat het om stukjes met een positieve strekking. Ieder weet dat zich ongewenste verschijnselen voordoen in de samenleving en dan is het prettig om ook eens te vernemen dat het eigenlijk allemaal best meevalt. Als je er oog voor hebt gekregen is het een leuk tijdverdrijf zulke berichtjes in de media op te sporen. Mocht dit allemaal wat mistig overkomen, ter illustratie een aardig voorbeeld. Dat puberteit en sociaal gedrag een spanningsveld kunnen vormen is geen nieuws. Tegen die achtergrond dient het volgende geplaatst te worden.

Op 25 oktober 2012 stond er een artikeltje in ‘De Stentor' onder de kop: Scholieren scoren goed op sociale vlak. De eerste gedachte die bij mij op kwam was: ‘Op welke grond rust deze conclusie en wat moet ik mij voorstellen bij ‘scoren op het sociale vlak?’ Ik denk dat de lezer en de redactie die dit bericht plaatste menen dat het over sociaal gedrag gaat. Dan zou je dus verwachten dat de Nederlandse scholieren geobserveerd zijn tijdens activiteiten en dat zij die de observaties uitvoerden het unaniem eens waren: de Nederlandse scholieren gedragen zich sociaal vaardig. De conclusie dat scholieren ‘goed scoren’ op het sociale vlak komt van CITO. De gebruikte onderzoeksmethode is de psychometrie: het analyseren van de antwoorden die door individuen worden gegeven op door de onderzoeker opgestelde vragen.[1] Ik ga nu verder met het weergeven van het krantenartikel, met enige kanttekenigen tussen de haken. De auteur is niet vermeld:

Volgens CITO is het voor het eerst dat het sociale functioneren van leerlingen zo breed in kaart is gebracht. [Let wel; ‘sociaal functioneren’ is in deze context ‘de beantwoording van vragen’.]
Verder het artikel volgend: ‘Wetenschappers onderzochten het sociaal functioneren [dus niet in het echt] aan de hand van 66 kenmerken, zoals zelfbeeld, motivatie, het verwerken van sociale informatie, sociaal gedrag en probleemgedrag. [Deze wetenschappers hebben geen scholier van dichtbij gezien, laat staan gesproken]. Ook de beleving van de school, de leerkracht en de klasgenoten en de mate waarin de leerling betrokken is bij agressief gedrag in de klas zijn onderzocht. [Aan de hand van vragenlijsten! Als de gemiddelde krantenlezer dit leest, dan denkt hij dat  onderzoekers daadwerkelijk veldonderzoek hebben gedaan] Uit het onderzoek [voor wat het waard is] blijkt dat een grote meerderheid van de leerlingen een positief tot zeer positief beeld van zichzelf heeft. [Dat geven ze aan met de antwoorden; ze zeggen dat ze een positief zelfbeeld hebben]. Veel leerlingen vinden het leuk op school  en denken positief over hun leerkracht als persoon en docent. Ze ervaren hun klasgenoten overwegend als aardig, behulpzaam en respectvol. Agressieve gebeurtenissen komen in de klassen zeer weinig voor. [Merk op dat dit niet op de ervaring van de onderzoeker, maar op de verklaring van de leerling is gebaseerd]. Leerlingen hebben over het algemeen weinig last van emotione en depressieve symptomen, aldus CITO.
Maar nu verandert de toon:
‘Het positieve beeld van het sociale functioneren geldt niet voor alle leerlingen. Want er zijn ook mensen bij leerlingen betrokken in de fysieke ruimte. Zij  trekken met de leerlingen op. En dan hoor je andere geluiden:

Het positieve beeld van het sociale functioneren geldt niet voor alle leerlingen. Zo heeft volgens leerkrachten ruim 10 procent van de leerlingen te kampen met concentratieproblemen, overactiviteit of impulsiviteit. Daarnaast is er een kleine groep leerlingen die ‘normoverschreidend gedrag’ god praat, die de ernst ervan onderschat en zich niet of nauwelijks in een ander kan verplaatsen.

Het moge duidelijk ziijn; zij die scholieren vragen stellen over hun gedrag en zij die scholieren zich zien gedragen vertegenwoordigen twee werelden. Ik hoop niet dat die twee werelden parrallel zijn; immers, de definitie van parrallele lijnen is dat ze zich nooit ontmoeten.

Als afsuiting een krantenberichtje in dezelfde categorie. Het stond in dezelfde krant op 20 november 2012.:

Den Haag
Dekker wil overleg over geweld op school:

‘’Staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) gaat snel met werkgevers en vakbonden om de tafel om te praten over het terugdringen van agressie in het onderwijs. Hij zegt geschrokken te zijn van een aantal incidenten [hoeveel?], die naar voren kwamen in een onderzoek van CNV Onderwijs. Het onderzoek wees uit dat een derde van de conciërges te maken heeft met agressie.

PS: tsja!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 




 



[1] Zie http://www.cito.nl/onderzoek%20en%20wetenschap/onderzoek/psychometrie.aspx

Reacties

  1. Hoi Ger, als ik het goed begrijp, vinden die leerlingen dat ze de conciërges slechts vriendschappelijke tikjes verkopen, terwijl de getroffenen zelf zich geradbraakt voelen.

    Inderdaad een vreemde situatie waarvan de verklaring bij de antwoorden van de leerlingen gezocht moet worden.

    Gr. Henk van Blijderveen

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Ode aan meneer Kip

Open dag, ja leuk!!!

Waarheid en werkelijkheid 2