Schijn of werkelijkheid?


Slavoj  Žižek , spraakmakend filosoof volgens de achterflap, laat zich in zijn boek ‘Welkom in de woestijn van de werkelijkheid’, nogal kritisch uit over de politieke ontwikkelingen in het Westen na de aanslagen van 11 september 2001. Dat is echter niet de insteek van deze bijdrage. Wat mij intrigeerde was de titel van het eerste hoofdstuk. Die luidt: “Passies voor het reële, passies voor de schijn”. In dit hoofdstuk schetst Žižek de ontwikkeling van de passie voor een (utopische) betere toekomst, gedragen door bevlogen idealen en wetenschappelijke projecten in de negentiende eeuw naar de realistische blik van de twintigste eeuw, die ernaar streefde: “het ding zelf tevoorschijn te brengen, een onmiddellijke verwerkelijking van de Nieuwe Orde waarnaar men zo verlangde”. (11) Kern van zijn betoog is dat het wachten op betere tijden is vervangen door het – desnoods met geweld – maken van betere tijden. En dat proces wordt gevoed door de aangehangen ideologie; wat revolutionair elan is in de ogen van de één, is terrorisme in die van de ander. Een voorschot nemen op de ‘natuurlijke’ ontwikkeling van de dingen door te doen alsof die dingen door onze inspanningen bespoedigd worden is de link die ik zie naar de 21e eeuw. En de valkuil die daarbij hoort is, dat de wil om te scoren een obstakel is op de weg naar succes. Modern beleid houdt een klinisch stappenplan in dat wetmatig tot gewenste doelen leidt. Zo niet, dan is er iets mis met de uitvoering van het beleid.
Maar wat houdt dit in voor hen  die aan de uitvoerende kant staan? Zij staan in de woestijn van de werkelijkheid, losgeweekt van de context van hun bezigheden de schijn op te houden dat het prima gaat door zich te conformeren aan dat wat van hen verlangd wordt. Eigenlijk is de realiteit een obstakel voor de planning. Dit is ook bepalend voor waar de passie van iemand ligt. Is dat de als werkelijkheid ervaren schijn van spreadsheets, of is dat de werkelijkheid van het verkeren in de situatie waar beleid en feit met elkaar in botsing komen? En waar komt de motivatie te liggen waarmee dingen gedaan worden? Is die motivatie extrinsiek om aan het beleid te voldoen op straffe van…. of is die motivatie intrinsiek, voortkomend uit de gevoelde noodzaak de dingen te doen zoals de interne logica die voorschrijft?

Noot 4 in het hoofdstuk geeft dit prachtig weer. Žižek beschrijft een – op het eerste gezicht nogal banaal voorval in Cuba:

In 2001 was er in een hotel in Havanna een briefje op een bord: ‘Beste gasten, om te voldoen aan het ontsmettingsprogramma voor dit hotel zal het hotel op 9 februari van 15:00 uur tot 21.00 uur ontsmet worden’.

Je moet dit even goed tot je door laten dringen. Je bent gast in dat hotel; je leest het briefje en denkt: “Zo, hier wordt goed gezorgd voor de hygiënische omstandigheden”. En je kruist op het evaluatieformulier ‘goed’ aan bij ‘hygiëne’. Maar nu de feiten; Waarom wordt het hotel ontsmet? Is dat voor jouw belang? Is dat omdat de directie eraan hecht de gasten een schoon onderkomen aan te bieden? In dit laatste geval is het ontsmettingsprogramma van de overheid overbodig; zonder dat zou het hotel ook kraakhelder zijn. Kennelijk heeft men gemeend zo’n programma voor te schrijven, omdat het zonder dat een puinhoop zou worden in de ogen van de samenstellers. Het niet kunnen overleggen van een document waarin de werkzaamheden in het kader van dat programma staan is dan al voldoende bewijs voor het ‘feit’ dat het een bende is in dat hotel. Nu begrijp je ook waarom een gerenommeerd ziekenhuis door andere regels ineens een inferno wordt. Ik las bij een recent consult in het ziekenhuis, dat ik mij opnieuw moest laten inschrijven wegens veranderde regelgeving. De arts die ik bezocht heeft mij al eerder behandeld en ze kende mij nog, ik sta in alle computers, maar ja, de drie jaar waren verstreken en dan moet je maar weer aantonen dat je er nog bent.

Waar ligt de passie in deze tijd; bij de schijn of bij de werkelijkheid? Het wordt pas echt ingewikkeld als de schijn je werkelijkheid is. Het is duidelijk waar de passie van onderwijsinspectie en -beleid gezocht moet worden: in de virtuele schijnwerkelijkheid van de scores, uitgedrukt in cijfers. Het is tevens duidelijk waar die van onderwijsgevenden ligt: in leerlingen van vlees en bloed. In dat spanningsveld worden bevlogen leerkrachten gedwongen om dat te doen wat  waar ze niet achter staan. Dat is een prima voedingsbodem voor burn-outs en ander leed.

P.S. Ik ben niet verbaasd als ik een briefje van de brandweer ontvang, luidend: “Om te voldoen aan het quotum ‘gebluste branden’ komen wij dinsdag om 11.00 uur uw woning in de brand steken.


















Reacties

Populaire posts van deze blog

Ode aan meneer Kip

Open dag, ja leuk!!!

Waarheid en werkelijkheid 2