Sprookje 2


Voor Wim.
Er was eens een familierestaurant, fraai gelegen aan de rand van een bos op de Veluwe, met de toepasselijke naam ‘Restaurant de Boschrand’. ’s Zomers streek er menig fietser en wandelaar neer op het terras om iets te drinken of te nuttigen van de kleine kaart. Het restaurant zelf bood een gezellige aanblik. Vroeger was het pand een boerderij. Binnen ademde alles de sfeer van vervlogen tijden door de vele oude huishoudelijke voorwerpen die in het interieur verspreid stonden en hingen.
            In de keuken zwaaide Frank de scepter en An liep in de bediening, in het hoogseizoen aangevuld door wat lokale vakantiekrachten. De kaart was eenvoudig, maar functioneel. Voor gezinnen met kinderen was er een ruim assortiment pannenkoeken, maar ook gangbare menu’s als halve kip, schnitzel, biefstuk en karbonade geserveerd met frites of gebakken aardappels en verschillende soorten groenten vonden goede aftrek. Ook de diverse uitsmijters liepen redelijk. De ijsdesserts, met in het seizoen bosbessen of frambozen completeerden het aanbod. De kwaliteit- prijsverhouding werd als prettig ervaren wat ook bleek uit de bevredigende resultaten op zakelijk gebied.
Maar de tijden veranderden. Het werd steeds moeilijker voor familiebdrijven en éénmanszaken het hoofd boven water te houden. Ook An en Frank kwamen zakelijk in zwaar weer. Het dak schreeuwde om nieuw riet, de keuken was aan een grondige vernieuwing toe evenals het meubilair. Al met al investeringen die het stel niet kon ophoesten.
Tot  op een dag een grote Amerikaanse fastfood-keten het aanbod deed. Het aanbod om onder de vlag van het moederbedrijf verder te gaan, maar dan aangepast aan het format van die keten. Goede raad was duur en Frank zwichtte. Ze konden na een cursus moderne bedrijfsvoering in hun zaak blijven die geheel naar het concept van de moederonderneming werd ingericht.
           En zo prijkte er een jaar later een grote ‘M’ op het dak van de voormalige Boschrand, die ’s avonds tot op grote afstand waarneembaar was. De ‘keuken’ van Frank was nu open, hij bereidde, gekleed in bedrijfstenue, de maaltijden, dat wil zeggen; hij voerde die handellingen uit die resulteerden in een hamburgermenu dat van Moskou tot Peking precies eender was. Tegenover An uitte Frank vaak zijn ongenoegen. Hij kon zijn crerativteit niet meer kwijt, voelde zich gevangen in een keurslijf en verlangde naar zijn eigen keuken. Hij raakte maar niet inge’ham’burgerd. An begreep hem en toen sloeg het noodlot toe.
Frank ging op eigen initiatief weer zijn eigen gerechten maken. De klanten merkten dat. De ouderen waren aangenaam verrast dat zij de bekende menu’s weer kregen en de jongeren ervoeren het verschil tussen standaardgerechten en huisgemaakt voedsel. Helaas, het bedrijfsmanagement kreeg lucht van deze dissidente activiteiten en stuurde een waarnemer. Op grond van diens rapport werd Frank onder curatele gesteld van iemand die door het hoofdkantoor naar de zaak gestuurd werd. Deze had als opdracht een dossier aan te leggen van al Franks subversieve activiteiten. Zo kwam aan het licht dat Frank zich niets gelegen liet liggen aan de formats, de samenstellingen van de menu’s, de ingrediënten en geheel op eigen initiatief aan het koken was geslagen.
 Dit kon de bedrijfsleiding niet niet zomaar toestaan, stel je voor dat iedereen maar een beetje kok gaat lopen wezen! Frank werd op non-actief gesteld en zit gebroken thuis. Hij wil wel bezoek ontvangen, zolang dat maar niet over ‘eten’ begint.
P.S.
Voel je je ook wel eens meer medewerker van ‘Mc. Onderwijs’ dan leerkracht?

Reacties

Populaire posts van deze blog

Ode aan meneer Kip

Open dag, ja leuk!!!

Waarheid en werkelijkheid 2