En de opbrengst is......?


Er was een tijd dat ik bij de term ‘opbrengst’ dacht aan het resultaat van een collecte voor een goed doel, of de oogst aan producten van de akkers van mijn schoonvader zaliger.  Maar nu moet ik dus ook denken aan de reken- en taalvaardigheid van basisschoolleerlingen. Elk inspectierapport vermeldt immers of de gevisiteerde school voldoet aan de gestelde normen. Dat komt omdat het ministerie van onderwijs heeft geconcludeerd dat het met die opbrengsten niet pluis is. Daarom heeft het betrokken departement ‘referentieniveaus’ ingevoerd, die uitdrukken welk taal- en rekenniveau een leerling moet hebben op welk moment. Let wel, dat niveau wordt dus door bewindslieden, of liever, hun ambtenaren, vastgesteld. Door vast te stellen en te toetsen wat leerlingen wanneer moeten kunnen, hoopt Den Haag de prestaties van leerlingen op het gebied van rekenen en taal op te krikken. Wat Den Haag gemakshalve  over het hoofd ziet, is, dat die hoop door leerkrachten vervuld moet worden, leerlrachten die fysiek met de onderwijsrealiteit te maken hebben.
                        Om op mijn schoonvader zaliger terug te komen; hij verbouwde o.a. suikerbieten.  In het najaar was de bietencampagne en om de opbrengst te bepalen werden de bieten gewogen. Dat gebeurde op een weegbrug. De procedure was als volgt: De trekker reed de aanhanger, geladen met suikerbieten op de brug. Het weegresultaat werd vastgesteld. Daarna werd de aanhanger gelost en nogeens leeg gewogen. Op die manier werd het gewicht van de lading bieten bepaald. Met het oogsten kwam ook flink wat aanhangend klei mee. Het gewicht ervan, de tarra, moest dan nog in mindering worden gebracht om de netto opbrengst te bepalen. Dus werden de bieten schoongespoten en nogmaals gewogen.
            Iets dergelijks stelt Den Haag voor ten aanzien van het reken- en taalonderricht. Je toetst de leerlingen op moment A (eerste weging) en nogmaals op moment B (tweede weging) Het verschil tussen beide wegingen is dan de opbrengst van het onderwijsaanbod. En dat is nog maar de vraag. Want we hebben nog te maken met de ‘aanhangende’ tarra. Is de onderwijsinput wel de enige factor die tot de output heeft geleid. Heel lang geleden ontdekte ik al dat de formule input = output niet opgaat. De leerkracht is namelijk met het onderwijsaanbod niet de enige actor in het proces. Als je de leerling nu zou kunnen isoleren van alle andere invloeden, behalve die van de leerkracht, dan kom je in de buurt van een controleerbaar geheel. Maar uitschakeling van alle ruis, is fictie. Pogingen om voorspelbare leerresultaten te behalen zijn dan ook bij voorbaat kansloos, wat niet betekent dat er geen resultaat zou zijn, maar, en dat stel ik met klem, dat is niet voorspelbaar.
P.S.
Met  passens onderwijs 'de bietenbrug' op?!

           

Reacties

Populaire posts van deze blog

Ode aan meneer Kip

Open dag, ja leuk!!!

Waarheid en werkelijkheid 2