Onderwijzen: het winkelwagenmodel

Stel je voor; een teamvergadering op basisschool ‘Het Ritalientje’. Aan de orde is de samenstelling van de nieuwe schoolgids.  De vraag die de directeur – op instigatie van het bestuur opwerpt luidt: ‘Wat willen wij de kinderen meegeven’. Het team wordt in groepjes verdeeld en elke groep gaat in een ruimte van de school verder inventariseren. Na een half uur komen de groepen weer plenair bijeen. De groepsleiders komen één voor één naar voren om de resultaten aan een flapover (nu een smartbord) toe te vertrouwen en toe te lichten. De overeenkomsten worden gedestilleerd en geclusterd. De commissie schoolgids neemt de resultaten mee en zal na verloop van tijd in de vervolg bijeenkomst verslag doen. Daarna zal het resultaat in een concept voor de gids worden samengevat en uiteindelijk in een eindvorm worden opgenomen.
            Ik heb heel veel van dergelijke besprekingen meegemaakt. Maar nu komt het; ouders die de gids lezen en vergelijken met publicaties van andere scholen, zitten serieus te zoeken naar de school die het aantrekkelijkste aanbod doet. Welke school heeft doelstellingen geformuleerd die het dichts de eigen idealen benaderen? Als deze vraag beantwoord is, is de schoolkeuze een feit.
Tot zover lijkt er niets aan de hand. Ouders hebben een vraag, scholen hebben een aanbod en die twee worden op elkaar afgestemd. Maar zo simpel is het niet. Want, stel dat die ouders zich een nieuwe fiets willen aanschaffen. Ze gaan diverse fietsenzaken af, bekijken modellen, proberen die en maken een keuze. Maar men probeert niet eerst een aantal scholen, d.w.z. dat men het kind op diverse scholen een week laat meedraaien om dan een keuze te maken. Goed, ouders gaan wel kijken op scholen, maar als iemand zich oriënteert op een nieuwe auto, blijft het niet bij kijken alleen, een proefrit hoort erbij. Ik noem dit allemaal omdat fietsen en auto’s producten zijn en ik veel heb horen spreken over het ‘product’ onderwijs. Je voelt hier al dat er iets wrijft.
            Maar er is meer. Ik ga terug naar de beginvraag: ‘Wat willen wij onze kinderen meegeven?’ Je moet bedenken, dat deze vraag van een andere orde is dan: ‘Wat zullen wij vanavond eten?’ Als wij onderwijs en opvoeding net zo gaan beschouwen als het bereiden van een maaltijd – ik noem dat het winkelwagenmodel,  het kind als winkelwagen die je kunt vullen met de artikelen van je keuze -  doen wij onderwijsgevenden zwaar tekort.  Een vraag die iets verder gaat is: Wat kunnen wij de kinderen meegeven. De ultieme vraag in dit verband is: Wat kan dit kind van mijn aanbod meenemen. En dat is niet per definitie hetzelfde als wat ik zou willen!


P.S.
'Mag het ietsje meer zijn?'

Reacties

Populaire posts van deze blog

Ode aan meneer Kip

Open dag, ja leuk!!!

Waarheid en werkelijkheid 2